Jong en oud met nabuurschap in hun dna

Terwijl in Putten een groepje ouderen mikt op de komst van een seniorenhof, hebben pre-senioren Arian Heinen en Yolanda Smink andere plannen. Ze willen een complex bouwen waar zowel bejaarden als twintigers onder één dak wonen, vertellen ze in de Stentor. “Dit geeft beide generaties een betaalbare woonplek.”

Heinen (62) en Smink (60) komen regelmatig met leeftijdgenoten bijeen voor fietstochten, stamppotdiners of borrels. Het gezelschap weet dat het vroeg of laat behoefte zal krijgen aan een seniorenwoning. Maar ze zien het volgens de Stentor niet zitten om dagelijks uitsluitend grijze haardossen tegen te komen, zoals bij een seniorenhof. Ze wonen liever samen met jongeren onder één dak.

Kruisbestuiving

Hieruit ontstond het idee om in het dorp een appartementencomplex te bouwen waar ouderen en jongeren samen wonen: een duurzaam complex met dertig appartementen ‘voor mensen met nabuurschap in hun dna’, meldt Heinen. Onderlinge hulp en ondersteuning bieden wanneer nodig, dat is het uitgangspunt van de woonvorm. Volgens Heinen zit de meerwaarde van ‘intergenerationeel wonen’ in de mogelijkheid tot kruisbestuiving. De jeugd houdt de ouderen jong van geest en de ouderen oefenen sociale controle uit op de jeugd, dat is het idee. “Groepswonen sluit daarnaast mooi aan bij de woningbouwplannen van Putten. Het biedt beide generaties een betaalbare woonplek”, zegt Heinen in de Stentor. Hij doelt op de Woonvisie waarin de gemeente aangeeft extra in te willen zetten op huisvesting voor starters en senioren.

Niet zomaar grond beschikbaar

Een zeskoppig kernteam trekt inmiddels de kar van het initiatief. De initiatiefnemers zoeken een kavel van 2000 tot 2500 vierkante meter, bij voorkeur in de buurt van het centrum. Maar dergelijke kavels zijn er nagenoeg niet. Woonwethouder Cornelissen liet ongeveer een maand geleden, tijdens een informatiebijeenkomst over een Knarrenhof weten dat bouwpercelen niet voor het oprapen liggen. Heinen en Smink kregen een vergelijkbare boodschap te horen, aldus de Stentor. “We hebben niet zomaar een stuk grond beschikbaar van 2000 vierkante meter. Wel zien we een behoefte aan collectieve woonvormen en kijken we welke mogelijkheden er zijn”, verklaart de wethouder.