Erfenis-industrie duikt op kapitaal babyboomer
Nalatenschapscoaches, boedeldeskundigen, erfrechtplanners, schrijvers die levensverhalen optekenen. Met het toenemende aantal testamenten dat wordt afgewikkeld, groeit volgens de Telegraaf ook de industrie rondom nalatenschappen. Is advies of coaching altijd noodzakelijk?
In de komende decennia laten babyboomers een flink vermogen na aan hun kinderen. Maar het gaat niet om geld alleen, het gaat ook om spullen. Heel veel spullen. “En daar horen emoties bij”, weet Julia de Jong van Julias Values. Zij werkte lang in de veilingwereld en coacht en adviseert nu bij het opruimen, inventariseren, taxeren en verdelen van grote inboedels. Ook biedt ze psychologische ondersteuning bij complexe familiesituaties.
Waardevormgeving
De Jong bedacht voor haar eigen werk de naam ‘waardevormgeving’. En dat is volgens de Telegraaf niet het enige nieuwe beroep in de erfenisbranche. VCM Opleiders levert sinds 2017 jaarlijks vijftig ‘nalatenschapscoaches’ af. Ook bieden nalatenschapsmakelaars en -planners hun diensten aan en storten tekstbureaus zich op het optekenen van levensverhalen.
Kritisch blijven
Lucienne van der Geld, docent erfrecht aan de Radboud Universiteit en directeur van Netwerk Notarissen waar 150 kantoren bij zijn aangesloten, adviseert altijd kritisch te blijven bij het inschakelen van derden. “Wij zien weleens dat mensen al een flink bedrag hebben neergeteld bij een adviseur voor ze bij ons komen. Maar een notaris moet toch weer opnieuw beginnen. Vaak worden dezelfde diensten aangeboden: wij kunnen ook informatie verschaffen, een testament lezen of helpen bij de aangifte van erfrechtbelasting.”
Goed geregeld
Van der Geld waarschuwt in de Telegraaf ook voor planners en coaches die inspelen op sentimenten. “Nalaten is ook een praktisch proces, waar je niet te veel heisa over moet maken. In Nederland zijn dingen goed geregeld.” Tegelijkertijd kan psychologische ondersteuning fijn zijn, erkent Van der Geld. “Hulp bij het uitruimen van een huis of kamer in een verpleeginstelling kan ook heel prettig zijn, want dat is veel werk.”