Krijgt minister Nederlanders aan de fietshelm?
Minister Barry Madlener van Infrastructuur en Waterstaat wil dat meer fietsers in Nederland een helm gaan dragen – van jonge forensen tot e-bikende ouderen. Over tien jaar moet een kwart van de fietsers om zijn. Hoe wil hij dat gaan doen, is de vraag in de Volkskrant.
Nederlanders zijn zich bewust van de effectiviteit van de helm, blijkt uit onderzoek van het ministerie. Waarom doen ze die dan niet op? ‘Een minder aantrekkelijk uiterlijk’ en praktische problemen, valt in het onderzoek van Madleners ministerie te lezen. Dat laatste herkent Karel Brookhuis, emeritus hoogleraar verkeerspsychologie. ‘Ik doe hem inmiddels wel op, maar voor korte ritjes naar de supermarkt is het toch lastig. Waar laat je dat ding? Onze samenleving is er nog niet op ingericht.’
Statistiek spreekt niet aan
Dick de Waard, hoogleraar verkeerspsychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, wijst in de Volkskrant op nog een ander mechanisme. ‘Mensen voelen zich over het algemeen niet aangesproken door statistieken, die lijken altijd over anderen te gaan. Het komt misschien wel steeds vaker voor, maar een val op je hoofd is niet het meest voorkomende ongeval. Je moet het een keer – bijna – meemaken om je van het risico bewust te worden.’
Beter dan niets
Is verplichting niet een betere aanpak, als er zoveel ongelukken gebeuren? Brookhuis denkt van niet. ‘Daar is amper draagvlak voor, dat krijg je nooit door de Tweede Kamer.’ Daarom ziet hij wel wat in de plannen van Madlener: ‘Het groeiende aantal fietsslachtoffers is echt een zorgelijke ontwikkeling. Een tussenoplossing is wat dit betreft beter dan niets.’
Kentering gaande
Dat de campagne zich in eerste instantie richt op de risicogroepen is op het eerste gezicht logisch. Maar De Waard wijst er in de Volkskrant op dat juist onder ouderen het helmgebruik al is toegenomen. ‘Er is al een kentering gaande. Vooral voor ouderen is dat echt winst.’