Wat wil je worden als je straks 80 of 90 bent?

“Wat wil je later worden?’ Als kind krijg je die vraag geregeld. Maar hoe ouder je wordt, hoe minder vaak dat gebeurt. Begrijpelijk, maar toch: óók als je volwassen bent, is het goed om na te denken over je toekomst.” Dat schrijven Tinka van Vuuren (bijzonder hoogleraar Vitaliteitsmanagement aan de Open Universiteit in Heerlen) en  Aukje Smit (zelfstandig onderzoeker inclusieve arbeidsmarkt) in Trouw.

Vaak heerst een negatief beeld over oudere werknemers: als je ouder wordt, ga je minder goed functioneren en moet je ontzien worden, en daarom hoef je vanaf een bepaalde leeftijd niet meer te werken. Veel stereotypen over oudere werknemers blijken gemiddeld genomen niet waar, schrijven beide onderzoekers in Trouw. Met het ouder worden gaan sommige vermogens achteruit (zoals je geheugen), maar andere vermogens worden juist beter (zoals het aanbrengen van dwarsverbanden).””

Leeftijd alleen een getal

De verschillen binnen leeftijdsgroepen zijn bovendien veel groter dan de verschillen tussen leeftijdsgroepen. Voldoende voor ons om te concluderen dat leeftijd alleen een getal is en geen beperking. Oudere werkenden zijn niet minder bevlogen dan jongere werkenden. Vitaliteit staat vaak los van iemands leeftijd. En vaak zijn ze meer bevlogen dan jongeren. Er zijn meer dan genoeg oudere werknemers die heel vitaal zijn, en jongeren die juist uitgeblust lijken.

Loyaal aan je oudere zelf

Mensen hebben doorgaans moeite rekening te houden met de lange termijn, aldus Van Vuuren en Smit in Trouw. “Ze willen onzekerheid het liefste vermijden. Onder meer deze neiging maakt dat we niet rationeel handelen − en niet loyaal zijn aan ons latere zelf. Nadenken over de toekomst helpt om in beweging te komen en eigen regie te nemen. Maar we doen het te weinig.”