Ja zeggen op een vraag die je niet meer begrijpt
De partner van Gosse Jongstra heeft dementie en woont na een lang en moeizaam traject in een verpleeghuis. Onbegrijpelijk, schrijft hij in de Volkskrant, dat wet en hulpverlening een zelfstandig oordeel eisen van iemand met deze nare ziekte.
Jongstra hoort van andere mantelzorgers vergelijkbare ervaringen, meldt hij in de Volkskrant. “Elke zorgverlener die ik erover vertel, herkent het en erkent dat het anders moet. Wie heeft dit verzonnen? Ik snap de regels, maar waarom de procedure toepassen op iedereen. Ook op personen zoals mijn vrouw. Dat vraagt toch maatwerk. Hoe fijn zou het zijn als de CIZ-onderzoeker tijdens zo’n gesprek kijkt, luistert, naar omstandigheden vraagt, de mening van casemanager en huisarts of geriater erbij betrekt, het dossier inziet en dan op basis daarvan besluit dat het voor deze mevrouw beter is als ze met art. 21 naar een plek gaat waar ze de zorg krijgt die ze nodig heeft. Zó moet een beslissing tot stand komen en laat mijn vrouw, die er niets van begrijpt, buiten de besluitvorming. De regelgeving zou het CIZ de ruimte moeten geven om het zo te doen.”
Er moet wat gebeuren, aldus Jongstra in de Volkskrant. “Ik roep het ministerie van Volksgezondheid, de Tweede Kamer, het CIZ en eenieder die invloed heeft op vermenselijking van deze procedure, op in actie te komen. Het is de hoogste tijd, omdat dit niemand meer mag overkomen.”