Optie niet behandelen vaker op tafel
Ziekenhuizen moeten de zorg anders organiseren om ’de tsunami aan patiënten die op ons af komt’ het hoofd te bieden, meldt de Telegraaf. Daarom moeten andere afspraken gemaakt worden met zorgverzekeraars. Geen contracten meer met financiële prikkels om zoveel mogelijk te behandelen, maar met financiële armslag om zorg anders in te richten.
“Wij hebben nu een contract voor vijf jaar afgesloten met VGZ waarbij we een vast bedrag ontvangen. Voorheen moesten wij volume draaien om ons geld binnen te krijgen en dat leidt eerder tot zorg die niet nodig is”, vertelt Marcel Vrijhoeven, manager verkoop in het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg, in de Telegraaf.
Integraal Zorgakkoord
Een van afspraken in het vorig jaar door de zorgsector vastgelegde Integraal Zorgakkoord is dat de focus niet langer moet liggen op behandelen. De optie niet behandelen zou vaker op tafel moeten liggen in de spreekkamer. Het lastige daarbij is dat ziekenhuizen nu vaak betaald krijgen per behandeling. Niet behandelen brengt geen geld in het laatje van het ziekenhuis, maar kost wel geld.
Minder snel doorverwijzen
In het zorgakkoord staan meer maatregelen die zagen aan de inkomstenpoot van het ziekenhuis door de vraag naar ziekenhuiszorg terug te dringen. Zo moet er meer geïnvesteerd worden in huisartsenzorg zodat mensen minder snel doorverwezen worden naar een specialist, en in wijkverpleging zodat patiënten na een ingreep in het ziekenhuis snel naar huis kunnen. Ook moet er meer digitale zorg geleverd worden waardoor bezoekjes aan de polikliniek overbodig worden.
Strenger selecteren
“Wij gaan strenger selecteren. Zorg waarvan we vinden dat die niet per se in het ziekenhuis thuis hoort, proberen we buiten de deur te houden. Daardoor spelen wij mensen, poli-capaciteit en bedden vrij. En daarmee proberen we de tsunami aan patiënten die op ons af komt het hoofd te bieden”, zegt Vrijhoeven in de Telegraaf.
Laatste levensfase
Ook gaan de specialisten van het Elisabeth-TweeSteden ziekenhuis vaker in gesprek met patiënten die in hun laatste levensfase zijn beland. Vrijhoeven; “We zien dat die patiënten best wel willen afzien van dure behandelingen die vaak voor hen niet veel meer toevoegen.”