Zorgpremie grens bereikt
Zorgverzekeraar DSW verhoogt de premie van de verplichte basisverzekering volgend jaar met 9,50 euro per maand naar een maandpremie van 158,50 euro. DSW is de eerste zorgverzekeraar die de premie voor 2025 bekend maakt. De rest volgt uiterlijk 12 november.
DSW-bestuursvoorzitter Aad de Groot maakt zich in de Telegraaf zorgen over de betaalbaarheid van de zorgpremie. Hij verwacht dat de premie de komende jaren boven de 200 euro per maand uit gaat komen. “De grens aan wat mensen kunnen betalen aan zorg is bereikt.”
Stelsel rigoureus aanpassen
De Groot pleit in de Telegraaf voor een rigoureuze aanpassing van het stelsel waarbij de concurrentie tussen verzekeraars grotendeels verdwijnt en de premie verlaagd wordt naar zo’n 30 euro per maand. Daarbovenop zouden zorgkosten inkomensafhankelijk via belastingen opgebracht moeten worden. De bestuursvoorzitter vindt dat zorgverzekeraars meer moeten samenwerken om de kosten laag te houden door bijvoorbeeld per regio plannen te maken om de bevolking gezond te houden en zorg te regelen waar nodig.
Geen schijn van kans
Dat er iets moet gebeuren aan de stijging van de zorgkosten en de premie, wordt door de zorgsector breed gedragen, maar of het plan van De Groot veel bijval zal krijgen is maar de vraag. “Dit lijkt op terugkeer naar het ziekenfonds”, zegt Wim Groot, gezondheidseconoom aan de Maastricht University die betwijfelt of dit een besparing gaat opleveren. „Omdat verzekeraars nu met elkaar concurreren, proberen ze de premie zo laag mogelijk te houden, bijvoorbeeld door geld uit de eigen reserves bij te leggen. Zonder die marktwerking doen ze dat waarschijnlijk niet meer.” Ook socioloog en econoom Martien Bouwmans is sceptisch: “Ik denk dat dit plan geen schijn van kans heeft, want in de kern functioneert het systeem best goed.”
Allemaal dezelfde belangen
DSW-topman Aad de Groot zegt in het AD: “Tien jaar geleden zei ik: marktwerking kan zorgen voor dynamiek. Maar in het stelsel dat we nu hebben, heb je geen echte marktwerking. Heel veel is gereguleerd. Wij kunnen niet beter op prijs inkopen, want dat is allemaal vastgelegd. Volumes zijn ook allemaal vastgelegd. En van kwaliteit hebben wij geen verstand als zorgverzekeraar, dus daar kunnen we ook niet op inkopen. Dus het onderscheid zit hem vooral in premie en budgetpolissen waarmee zorgverzekeraars zich richten op jonge, gezonde verzekerden. Dan kun je beter gaan samenwerken. We hebben allemaal dezelfde belangen: goede, betaalbare zorg houden.”
Reserves inzetten
Er woedt ieder jaar een felle concurrentiestrijd tussen zorgverzekeraars, maar aan de grote trends kunnen ze zich uiteindelijk niet onttrekken, merkt het FD op. De gemiddelde premie voor 2024 kwam iets lager uit dan de raming van VWS, en een jaar eerder juist erboven. Zorgverzekeraars kunnen de kosten drukken door scherp in te kopen en zelf efficiënt te opereren. Ook is er de mogelijkheid om reserves in te zetten. Zo kunnen ze polissen aanbieden rond of zelfs onder de kostprijs, om klanten te trekken en marktaandeel te winnen.
Meer dan 100 miljard
De zorgverzekering wordt elk jaar duurder, omdat de lonen in de zorg stijgen, er door de vergrijzing meer mensen zorg nodig hebben en omdat behandelingen en medicijnen ook elk jaar duurder worden, schrijft de Volkskrant. Iedere Nederlander betaalt daarom komend jaar gemiddeld 7.453 euro aan zorg; behalve via de zorgpremie ook via inkomensafhankelijke bijdragen, het eigen risico en eigen betalingen. In totaal bedragen de zorgkosten komend jaar ruim meer dan 100 miljard euro, zo’n 281 miljoen euro per dag of bijna 2 ton per minuut.