Zo lang mogelijk thuis niet zonder risico’s
Ouderen moeten vooral zo lang mogelijk thuis blijven wonen, vindt de overheid. Dat heeft een belangrijke keerzijde, stelt gezondheidseconoom Marlies Bär in Trouw..
Bär promoveerde donderdag aan de Erasmus Universiteit op een onderzoek naar de gevolgen van vergrijzing en ouderenbeleid en toont zich niet op voorhand pessimistisch. Zo ziet ze, op basis van de nu bekende gegevens over bijvoorbeeld sterfte en ziekenhuisopnames, kansen om de verpleeghuiszorg te verbeteren. “Er zijn nu te grote verschillen tussen verpleeghuizen.”
Verschillen tussen verpleeghuizen
Hoe dat kan, is lastig te verklaren, zegt Bär, en behoeft nader onderzoek. Wel ziet de promovenda hoezeer verpleeghuizen worstelen met tekorten – op het gebied van financiën en personeel. “En elke keer weer nieuwe bewoners. Dan is het een enorme uitdaging om de kwaliteit te verbeteren. Maar misschien kan de ene instelling net iets makkelijker omgaan met deze omstandigheden dan een andere.”
Extra ziekenhuisopnames
Ouderen zo lang mogelijk thuis laten wonen – zoals de overheid wil – heeft een duidelijke keerzijde, zegt Bär in Trouw: “Doordat mensen steeds langer op de wachtlijsten staan, en eigenlijk toch veel zorg nodig hebben, is de kans groter dat ze in het ziekenhuis belanden, bijvoorbeeld omdat ze bij een val iets breken of hartproblemen hebben. Zulke problemen hadden in een verpleeghuis mogelijk voorkomen kunnen worden.”
Langer wachten risicovol
De gezondheidseconoom becijferde voor mensen met dementie dat één maand langer wachten op een verpleeghuisplek uiteindelijk leidt tot drie extra ziekenhuisopnames per honderd bewoners. “Langer wachten is dus risicovol en niet bevorderlijk voor de gezondheid”, zegt ze in Trouw. “Dat betekent veel voor de ziekenhuizen, de thuiszorg en wijkverpleging. Zeker gezien de personeelstekorten is dat een enorme uitdaging.”