Zelf langdurige zorg betaalbaar houden
Door het inzetten van ‘gepensioneerden’ in de informele zorg en het aanspreken van de overwaarde op onze huizen kunnen we de langdurige zorg ook in de toekomst op peil houden, zonder diep in de buidel te tasten. Dat schrijven drie wetenschappers van de Vrije Universiteit in ESB. Zo’n aanpak levert naar hun mening vooral winnaars op. Veel mensen met een pensioengerechtigde leeftijd zijn nog relatief fit, merken Marcel Canoy, Yvonne Krabbe en Xander Koolman op: Ze willen nog graag werken, zij het niet met dezelfde intensiteit en productiviteit als daarvoor. Velen willen zich graag nog inzetten voor hun naasten en voor de samenleving. Dat kan tegen een vergoeding, schrijven de wetenschappers, maar die kan prima op een relatief bescheiden niveau liggen. “De inzet van ouderen versterkt de verbinding en de betaalbaarheid waar informele zorg duurdere formele zorg vervangt.”
Manna uit de hemel
Als tweede oplossing zien Canoy, Krabbe en Koolman in hun ESB-artikel (waarvan een verkorte versie is te lezen in het FD van vandaag) een eigen bijdrage aan de langdurige zorg die gekoppeld is aan de overwaarde van het eigen huis. “Veel kapitaal van ouderen zit in stenen. Kapitaal dat voor een deel niet is ‘verdiend’ maar als manna uit de hemel viel door de stijging van huizenprijzen. Een stijging die wordt opgehoest door jongere generaties.”
Miljarden euro’s
Deze toename van vermogen bedraagt voor Nederland honderden miljarden euro’s: de waardestijging van verkochte huizen was in 2021 ruim 11 miljard. Daarvan is maar een fractie nodig, zo’n 10%, om de langdurige zorg ook in de toekomst te kunnen betalen. Hetzelfde bedrag ophalen via de inkomstenbelasting zou veel meer verstorend werken.