Welke patiënten gaan voor bij acute crisis?

Tijdens de coronapiek werden ziekenhuizen overspoeld door patiënten en moesten artsen improviseren. Voor een volgende noodfase zijn daarom duidelijke richtlijnen nodig, zeggen twee experts van het Centrum voor Ethiek en Gezondheid (CEG) in NRC.

Als optie om heel verschillende afwegingen met elkaar in balans te brengen, noemt een door het CEG uitgebracht signalement invoering van een soort puntensysteem. Daarin worden allerlei factoren meegewogen, en wordt aan elke factor een gewicht toegekend. Hoe oud is iemand? Wat heeft iemand voor andere aandoeningen? Hoe belemmert de aandoening het functioneren? Wat voor effect heeft het op de totale gezondheidswinst als iemand wel of niet geholpen wordt?

Gemotiveerde keuze maken

Het CEG-signalement wordt in NRC toegelicht door de hoogleraren Martine de Vries (voorzitter CEG) Iwan van der Horst (voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care). Het rekenmodel is volgens De Vries “ook om inzichtelijk te maken wat bepaalde keuzes betekenen voor gezondheidswinst voor de gehele samenleving of voor bepaalde kwetsbare groepen.” Van der Horst: “Het kan wel fungeren als leidraad voor afwegingen. Dan heb je tenminste een gemotiveerde keus gemaakt die je kunt rechtvaardigen.”

Afspraken over de ondergrens

Verlagen van de kwaliteit van de zorg kan dus óók onderdeel zijn van de oplossing tijdens langdurige schaarste? De Vries zegt hierover in NRC: “Dat gebeurde tijdens de coronacrisis ook al. Dan was er geen één-op-één verpleging op de ic, maar één verpleegkundige voor drie of vier patiënten. Daar was wel veel onzekerheid over, omdat er geen ondergrens was vastgesteld. In zo’n situatie mag je van excellente naar adequate zorg gaan, maar zonder door de bodem te zakken. Dus ook over die ondergrens moeten afspraken gemaakt worden.”

We gaan nooit voor een zesje

Van der Horst zegt in NRC: “We moeten ruimte vinden in het systeem – maar ik heb er wel moeite mee dat mindere kwaliteit te noemen. Patiënten moeten er vanuit kunnen gaan dat ze de beste zorg krijgen. Die ruimte kunnen we inbouwen door dingen anders, minder of niet meer te doen – maar niet door iets minder goed te doen. Als ik iets doe als dokter, doe ik dat altijd zo goed als ik kan. We gaan nooit voor een zesje.”