Op elkaar letten, of we dat allemaal al niet doen
“Heel Brabant heb ik afgebeld. Maar no way dat ik zorg voor mijn moeder geregeld kreeg”, schrijft Anita Vliegenberg in het Eindhovens Dagblad over haar zoektocht naar hulp voor haar moeder (‘kan nog redelijk vooruit, maar dan moet er niks geks gebeuren’) die haar arm had gebroken arm.
‘Helaas, alles zit vol’, ‘heel vervelend’, ‘zo triest is het nu eenmaal’, ‘we leven met u mee’. “Antwoorden van de zorginstanties. De huisarts maakt zich ervan af door een lijstje door te geven. De zorgverzekeraar kan niets binnen een maand regelen. Zorgcrisis!”
Over twee weken
“Ja oké, over twee weken komt er een wijkverpleegkundige voor een intake en zij zal dan meteen mijn moeder douchen. Gelukkig. Duurt lang, maar beter dan niks. Een vraag op de nationale hulpgids biedt antwoord. Een zzp’er kan per direct langskomen à 50 euro per uur. Oké, dat dan maar”, aldus Vliegenberg in het Eindhovens Dagblad.
Grenzen verlegd
Een vriendin bood aan moeder te wassen, maar ‘moeders ploetert liever een beetje aan de wasbak, maar dat gaat met veel pijn. Dan verleg ik mijn grenzen en help haar bij het douchen en aankleden. Voor allebei niet leuk, maar goed, wat moet moet.” Uiteindelijk biedt hulp van een jeugdvriendin van moeder uitkomst.
Recht op professionele hulp
Vliegenberg besluit haar relaas in het Eindhovens Dagblad met: “Is dat wat je verdient als je je hele leven keihard gebikkeld hebt en voor iedereen gezorgd? Schandalig! Ik kan het niet anders noemen. En maar blijven bezuinigen op die zorg! De minister vindt dat we een eigen zorgplan moeten maken. En meer op elkaar moeten letten. Of we dat allemaal al niet doen! Maar dat is geen professionele hulp. En daar hebben we wel recht op.”