Niet-weten kan soms heel barmhartig zijn

De vrees voor dementie wordt regelmatig voorgelegd in onze spreekkamers, aldus een redactioneel in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, ter inleiding van een leerartikel over het brede veld van vergeetachtigheid.

Al bij een onschuldig lijkende vergeetachtigheid doemt het spook van dementie op. En bij gesprekken over levenseinde en behandelwensen lijkt een mogelijk cognitief verval de grootste nachtmerrie, die vastberaden een grens doet stellen: liever geen leven meer dan een bestaan in een almaar donker wordende wereld.

Geruststellen

“Vaak kunnen we bezorgde patiënten geruststellen, soms is nader onderzoek aangewezen. Om een andere aandoening uit te sluiten of om inderdaad de diagnose dementie te kunnen stellen. Het bevestigen van die diagnose kan helpen: voor patiënten om zich beter op hun toekomst te kunnen voorbereiden, voor hun naasten om het veranderende gedrag te kunnen duiden en hanteren en vaak als voorwaarde voor het kunnen inschakelen van passende begeleiding.”

Keuzehulp

Maar daarmee verandert er aan de prognose niets. Dat roept volgens het NTvG-redactioneel dan ook de vraag op of zo’n diagnostisch traject wel altijd wenselijk is. “Zo’n doemscenario dat niet te keren lijkt kan mensen in verdriet, wanhoop en woede storten. Daarom is het goed dat onlangs een keuzehulp is ontwikkeld die patiënten, hun naasten en artsen kan helpen om daarin een zorgvuldige afweging te maken. Weten is meestal goed en helpend, niet-weten kan soms heel barmhartig zijn.”

Dementie-tsunami

Een van de auteurs van het NTvG-artikel over vergeetachtigheid wordt in een kennismakingsinterview in het tijdschrift de vraag gesteld wat hij doet met een miljoen. Zijn antwoord: “Ondersteunen van een rigoureus uitgevoerde “proof of concept”-trial over de preventie van dementie. Daar is lef voor nodig. En een lange adem. Maar zonder effectieve behandeling voorlopig het enige wat we kunnen inzetten om een dementie-tsunami tegen te houden.”