‘Geen hoofddoekjes of zwarten in mijn huis’

Personeel in de ouderenzorg krijgt regelmatig racistische opmerkingen naar het hoofd geslingerd. Ook maken ze discriminatie mee. Dat blijkt uit onderzoek van het Rotterdamse Radar/Idem.

‘Hoofddoekjes komen er niet in’. ‘Geen zwarte in mijn huis.’ Of subtieler: ‘Ik had niet verwacht zo met je te kunnen spreken, jij bent toch anders dan die andere buitenlanders.’ Het zijn opmerkingen die medewerkers in de ouderenzorg naar hun hoofd krijgen geslingerd, schrijft het AD.

Racisme en discriminatie

Vandaag wordt voor het eerst een onderzoek gepresenteerd dat inzichtelijk maakt hoe in de thuiszorg en verpleeghuizen in Rotterdam sprake is van racisme en discriminatie in de ouderenzorg, waarmee verpleegkundigen die niet oer-Hollands wit zijn, worden geconfronteerd. Harde cijfers zijn er niet.

Veel vergoelijkt

Er worden amper officiële klachten van discriminatie in de zorg genoteerd, aldus het AD: in 2020 nog geen tien meldingen in heel Nederland. Veel wordt vergoelijkt of met de mantel der liefde bedekt: de cliënt gaat voor. Niettemin is het beeld dat het rapport ‘Groot verantwoordelijkheidsgevoel en een dikke huid’ schetst, onthutsend en pijnlijk tegelijk.

Zorginstelling gaat er niet op in

Een cliënt of de familie die zomaar eist dat er ‘geen … in huis komt’. Zorginstellingen gaan daar zelden of nooit op in, maar gênant is het, zeker in de wetenschap dat de zorg de multiculturele samenleving bij uitstek vertegenwoordigt. Het merendeel van de verpleegkundigen is hier opgegroeid, maar heeft een Antilliaanse, Turkse, Kaapverdische, Surinaamse, Marokkaanse of Molukse achtergrond.

Terughoudend met melden

Zorgverleners cijferen zich weg en vinden het belangrijk ouderen te helpen, ongeacht subtiele of recht voor zijn raap discriminatie. Ook zijn ze terughoudend bij het melden van . Dat concludeert Inte van der Tuin, onderzoeker bij het Rotterdamse Radar/Idem. “Er wordt heel erg gerelativeerd. Het wordt een soort van normaal gevonden dat cliënten de meest verschrikkelijke dingen zeggen. Dat vind ik als witte vrouw schokkend.” Wel ziet ze in het AD een lichte verschuiving van ‘de klant is koning’ naar de ‘medewerker centraal’.