‘Chemisch vastbinden’ als allerlaatste optie
Meer inzetten op psychische begeleiding van ouderen met dementie, minder op medicatie, zei minister Helder van langdurige zorg eerder deze maand. Deskundigen zijn juist bang dat er in de nabije toekomst sneller naar medicijnen wordt gegrepen,zo blijkt uit een artikel in Trouw.
De behandeling van bewoners in de verpleeghuizen vindt meestal plaats door een specialist ouderengeneeskunde. Ook zij kijken bezorgd naar de verwachte verdubbeling van het aantal Nederlanders met dementie in de komende twintig jaar. Zij zien personeel dat het soms zwaar heeft, dat medewerkers afhaken en er veel verloop is.
Grote zorg
Hoe het personeel de verwachte toename van mensen met dementie gaat opvangen ‘is een grote zorg’, zegt Jacqueline de Groot, voorzitter van de vereniging van specialisten ouderengeneeskunde Verenso. “We zullen maatschappelijk een dialoog op gang moeten brengen hoe we hiermee omgaan. Misschien kunnen we als buurt en wijk meer met elkaar doen voor verwarde mensen.”
Begrijpen
Dan moeten we begrijpen wat er gebeurt bij iemand met dementie, aldus de voorzitter van de specialisten ouderengeneeskunde in Trouw. “Dat je niet te veel tegelijk moet vragen, dat je begrijpt dat iemand boos kan worden omdat hij of zij iets niet snapt en niet direct gaan verbeteren. Of moeten er meer mensen aan de psychofarmaca? Is dat wat we willen?”
Discutabel
In de toon waarop De Groot deze vraag stelt, ligt volgens Trouw het antwoord al besloten. Nee, dat willen we niet. Medicatie geven aan mensen met dementie is discutabel en niet altijd de oplossing van het probleem. Daarom keert het onderwerp geregeld terug in discussies en in de media. De medicijnen zorgen er namelijk niet voor dat mensen beter worden. Vaak is het een vorm van ‘chemisch vastbinden’, zoals deskundigen het noemen. Dat is een optie, maar wel de allerlaatste, vinden verzorgenden, verpleegkundigen en artsen die al decennia lang proberen het gebruik van psychofarmaca terug te dringen.