Buurtzorg jaagt verzekeraars op stang

Thuiszorgorganisatie Buurtzorg ligt onder de loep bij de zorgverzekeraars/zorgkantoren CZ, Menzis en Zilveren Kruis vanwege mogelijk een paar miljoen aan onjuiste declaraties.

Hoe moeten ze oprichter Jos de Blok en zijn ‘onaantastbare instituut’ aanpakken? Dat is de vraag volgens een reportage in het AD.

Onnodig ingewikkeld

Anders dan binnen de reguliere thuiszorg moet een zorgmedewerker binnen de Wet langdurige zorg alle werkzaamheden apart registreren. Die administratielast staat haaks op de visie van De Blok. ‘Het is onnodig complex en leidt tot onnodige bureaucratie in de zorg.’

Verschil 20 euro per uur

Door de bank genomen, krijgen Wlz-cliënten volgens het AD nog geen 20 procent verpleging. Dat zou betekenen dat Buurtzorg veel lichte hulp in rekening brengt als veel duurdere verpleegzorg. Dat scheelt wel 20 euro per uur. Alleen al de te hoge declaraties bij twee van de acht zorgkantoren zijn jaarlijks goed voor vele tonnen onterecht uitgekeerd belastinggeld.

Open en bloot

Waren dezelfde overtredingen herhaaldelijk gepleegd door een kleine, onbekende zorgaanbieder, dan was het voor de zorgkantoren vermoedelijk een uitgemaakte zaak: fraude. Het is de vraag of de handelswijze van Buurtzorg dat stempel nu ook krijgt. De aarzeling bij de zorgkantoren komt volgens het AD mede voort uit de manier waarop De Blok te werk gaat: open en bloot. Hij maakt geen geheim van zijn wens om één vaste urenmix te hanteren én hij betaalt het te veel ontvangen zorggeld terug wanneer hij op z’n vingers wordt getikt.

Confrontatie uit de weg

In de raden van bestuur van de zorgverzekeraars heeft men volgens het AD geen trek in een confrontatie met de man die al jaren wordt bewierookt tot ver over de grens en aan talkshowtafels zit. Wim Groot, hoogleraar Gezondheidseconomie aan de Maastricht University, ziet dat vaker gebeuren: “Zorgkantoren zijn bang om de grote zorgaanbieders aan te pakken. Ze hebben meteen de publieke opinie tegen zich, want ze hebben al het imago dat ze alleen maar op de centen zitten.”