Bureaucratie nekt dementiezorg
Het lukt zorgverleners die dementiezorg regelen niet altijd om de juiste hulp voor cliënten te vinden. Dat blijkt volgens het AD uit onderzoek onder ruim tweehonderd casemanagers dat vandaag wordt gepresenteerd.
Vier van de vijf zorgmedewerkers maken zich zorgen over de toekomst van dementiezorg. Nu al hebben zo’n 290.000 Nederlanders de diagnose dementie. Met de groei van het aantal ouderen neemt het aantal mensen met dementie naar verwachting ook toe tot ongeveer een half miljoen in 2040. De kosten voor deze zorg worden in 2040 op 15,6 miljard euro geraamd.
Heel heftig
“Deze ziekte raakt veel mensen heel heftig. Om de mensen die dementie krijgen, staan ook nog veel mantelzorgers heen”, zegt dementierapporteur Tamara van Ark. Alzheimer Nederland stelde haar aan om de zorg voor deze groep te verbeteren. “Er liggen genoeg plannen, maar hoe krijgen we die in de praktijk beter uitgevoerd?”
Van kastje naar de muur
Volgens oud-minister Van Ark kan het mensen met dementie helpen als ze vaker én eerder hulp krijgen van een casemanager. In het AD zegt zij: “Zonder hulp hebben ze het gevoel van het kastje naar de muur te worden gestuurd. Het zorgstelsel is ontzettend complex. De mensen die wel een casemanager hebben, bouwen daar een vertrouwensband mee op. Die hulpverlener zet op tijd zorg in. Daarmee kunnen deze mensen langer thuis blijven wonen. Dat vinden ze het fijnst.”
Tijd kwijt aan administratie
Nu heeft 41 procent van de mensen met dementie die thuis wonen hulp van een casemanager, aldus het AD. Volgens Alzheimer Nederland hebben mensen recht op die ondersteuning, maar zijn casemanagers niet bij iedereen bekend, verwijzen huisartsen niet altijd goed door of zijn er wachtlijsten. Los daarvan zijn de casemanagers die er zijn vaak relatief veel tijd kwijt aan administratie, tijd die ze niet kunnen besteden aan daadwerkelijke zorgverlening.