Netwerk Vitaliteit onderzoekt woonvormen

Langer gezond, langer gelukkig. Ouderen die tussen en met anderen wonen, doen veel minder een beroep op zorg, is het idee. Klopt dat? Dat wordt nu voor het eerst wetenschappelijk onderzocht.

In dit wetenschappelijk onderzoek gaat het om geclusterd of collectief wonen voor 52-plussers. Een complex moet meerdere woningen hebben en een gemeenschappelijke ruimte. Achter die ruime definitie gaat een variëteit aan woontypen en bijkomende effecten schuil.

Voordelen onderbouwen

Peter Prak van Stichting Knarrenhof denkt dat collectieve woonvormen eerder van de grond komen als goed onderbouwd kan worden wat de voordelen zijn. Tijd voor bewijzen dus, tijd voor een integraal wetenschappelijk onderzoek naar de medische, maatschappelijke en financiële effecten van geclusterde woonvormen. De afgelopen jaren verzamelde Prak, in samenwerking met UMC Groningen, welwillenden om onderzoek op te tuigen en gefinancierd te krijgen. Steeds meer partijen sloten zich aan; vanuit de woningbouw, zorgverzekeraars, banken, gemeenten, onderwijs, onderzoek en ouderenorganisaties. Zij verenigden zich in het Netwerk Vitaliteit.

Zorgconsumptie in beeld

Allereerst richt het onderzoek zich op zorgconsumptie. “Het valt niet mee om alle data van gemeenten en verzekeraars te krijgen”, zegt Conny Moons, projectmanager van het Netwerk Vitaliteit.) in het Haarlems Dagblad. Toch hoopt zij dat de eerste resultaten na de zomer op een congres kunnen worden gepresenteerd.

Bij wie past welke woonvorm

Het netwerk wil ernaar toe dat je uiteindelijk zou kunnen afspreken welk deel van de opbrengsten terecht zou kunnen komen bij investeerders en projectontwikkelaars. Moons: “Of dat gemeenten grondprijzen kunnen aanpassen, omdat geld terugkomt via lagere uitgaven in het sociale domein. En je weet duidelijker bij wie welke woonvorm wanneer het beste past.”

Zoveel mensen, zoveel wensen

„Geclusterd of collectief wonen is niet het ei van Columbus; zoveel mensen zoveel wensen”, zegt Moons. Ze pleit in het Haarlems Dagblad voor ruimte voor variatie in collectieve woonvormen. “Nadelen zijn er ook, weten we uit ervaring. Niet iedereen is bijvoorbeeld gecharmeerd van elkaar steeds groeten als je net in je tuintje zit te lezen. Geclusterd wonen is intensiever, omdat je met elkaar afspraken maakt.”