Zonder rollator op je snetter

NRC-columnist Sheila Kamerman schrijft over de wonderlijke combinatie van breekbaarheid en kracht, die ze bij haar 92-jarige bovenbuurvrouw ziet. “Ik denk dat ik er momenteel meer oog voor heb door zorgbehoevende familieleden. Opeens zie ik overal ouderen met meer of minder moeite door het leven schuifelen. En het worden er meer.”

‘Wat helpt jou nou het meest in het leven?’, vraagt Kamerman aan haar buurvrouw. “Mijn rollator”, zegt mijn bovenbuurvrouw zonder aarzelen. “Anders val ik op mijn snetter.” Ze heeft er drie, aldus de columnist van NRC: De oudste is een robuuste blauwe voor de supermarkt en de koffieochtend, met een groen mandje erop. Hij heeft een breed plateau waar je op kunt zitten, mocht er iemand langskomen die in is voor een praatje. Dan heeft ze een lichte wendbare voor in huis met een dienblad, die absoluut niet naar buiten mag want dan rijdt hij het vuil mee naar binnen. En een opvouwbaar kleintje in de auto.

Wen er maar aan Nederland!

Ooit wilde ze onder geen voorwaarde met een rollator de straat op. Ze wil niet zielig gevonden worden, zegt ze. Daarin is haar buurvrouw niet uniek, aldus de columnist van NRC. “Het is precies wat ook Talitha Dhondai beschrijft in Thriving Magazine. Dhondai gebruikt af en toe een rolstoel, schrijft ze. Die geeft haar vrijheid als het lichamelijk minder gaat, maar ze verafschuwt het medelijden en stigma van zieligheid een rolstoel, rollator of scootmobiel oproept. Een stigma dat niet zou moeten bestaan. Wen er maar aan, Nederland!” De buurvrouw van de columnist heeft intussen ook een sta-op-stoel, die ze triomfantelijk demonstreert.