Vroegpensioen terug, niet alleen voor zware beroepen
Het vroegpensioen is terug van weggeweest. In meer dan de helft van de recente cao’s zijn volgens de Volkskrant vroegpensioenregelingen afgesproken. Daardoor kunnen mensen drie jaar voor hun AOW-verjaardag stoppen met werken.
De afspraken in de cao’s gelden vaak voor alle medewerkers, dus niet alleen voor mensen met zwaar werk. Dit kan de trend keren dat ouderen steeds later stoppen met werken. De terugkeer van het vroegpensioen wordt gesignaleerd door zowel de vakbeweging FNV als door de Awvn, die werkgevers adviseert bij het cao-overleg.
Onderling afspreken
Inmiddels is een vroegpensioenregeling al vastgelegd in cao’s voor ruim een miljoen werknemers. Het is overigens geen recht, aldus de Volkskrant, maar een regeling die werkgever en werknemers onderling kunnen afspreken. Er is een grote diversiteit aan afspraken. Soms gaat het om een studie naar een vroegpensioenregeling, soms meteen om de invoering. Soms wordt de doelgroep ingeperkt tot ‘zwaar werk’ of tot werknemers met een minimum aantal dienstjaren.
45 jaar gewerkt
Pensioenuitvoerder PGGM heeft het vroegpensioen opengesteld voor ieder van de 1.500 werknemers geboren tussen 1955 en 1962. Ook bij DSM kan iedereen met vroegpensioen. In de cao voor 400 duizend werkers in verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg geldt de eis dat 45 jaar in de sector is gewerkt. De NS stelt slechts de voorwaarde dat er door het vroegpensioen geen roosterproblemen ontstaan.
Arbeidsverleden
Voor de 60 duizend mensen in de sociale werkplaatsen is het vroegpensioen beperkt tot twee jaar, in de schoonmaaksector tot een jaar. Voor de 65 duizend politiemensen geldt dat zij na 25 jaar in een ‘zware functie’ gebruik kunnen maken van het vroegpensioen. Die 25 jaar arbeidsverleden wordt ook in de bouw (118 duizend mensen) gevraagd, aldus de Volkskrant.