Ga meteen gesprek aan bij diagnose dementie

Een waardig levenseinde is een gevoelig gespreksonderwerp, maar ook belangrijk. Daarom is het tijd voor een standaardgesprek bij de huisarts, wanneer de diagnose dementie wordt gesteld, schrijft Wieke Paulusma (Tweede Kamerlid voor D66) in het AD.

Volgens onderzoek vindt 93 procent van de Nederlanders dat euthanasie mogelijk moet zijn, ook bij psychisch lijden. Meer dan de helft vindt dat mensen met vergevorderde dementie hiervoor in aanmerking zouden moeten kunnen komen. Desondanks heerst veel onduidelijkheid over wat er precies nodig is om euthanasie in het geval van dementie juridisch en medisch mogelijk te maken, merkt het D66-Kamerlid op in het AD.

Tijdige en openhartige dialoog

Ook zorgprofessionals geven volgens Paulusma aan behoefte te hebben aan ruggespraak met collega’s, meer opleidingen en voldoende rechtszekerheid bij hun handelen. “Naasten vragen zich af of het euthanasieverzoek écht aansluit bij de wens die hun dierbare had voordat dementie zich verregaand ontwikkelde.” Om die reden is volgens Paulusma een tijdige en openhartige dialoog tussen alle betrokkenen, onder wie de huisarts, patiënt en familie, van onschatbare waarde.

Duidelijkheid voor iedereen

“Door binnen drie maanden na de diagnose dit gesprek te voeren met de huisarts, is voor iedereen duidelijk wat de wensen zijn en kunnen deze goed vastgelegd worden. Dit helpt om de regie over het levenseinde te versterken.” Patiënten krijgen immers niet alleen meer informatie over wat hen te wachten staat, zo schrijft het Kamerlid, maar ook begeleiding bij het vastleggen van wensen en de uitwerking van eventuele euthanasieverzoeken.

Geen voldongen feiten

Uiteindelijk draait het erom dat mensen met dementie niet van de ene op de andere dag voor voldongen feiten komen te staan, aldus Paulusma in het AD. “Door tijdig het gesprek aan te gaan, kun je voorkomen dat later onduidelijkheid of schuldgevoelens ontstaan. Iedereen heeft recht op waardigheid in de laatste levensfase.”