Dilemma’s rond gekozen dood
Familieleden van mensen die in het verpleeghuis zitten, vragen steeds vaker om euthanasie voor een naaste. Het gaat hierbij ook om mensen die wilsonbekwaam zijn. Af en toe werken artsen daaraan mee, maar dat gebeurt niet vaak, aldus de Telegraaf.
Ieder jaar krijgt een handjevol mensen euthanasie, terwijl ze wilsonbekwaam zijn vanwege zware dementie. Dit blijkt uit cijfers van de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie die achteraf altijd controleren of alles volgens de regels is verlopen. In 2024 ging het om zes mensen, een jaar eerder om acht.
Verklaring
Als iemand wilsonbekwaam is, werken artsen alleen mee aan euthanasie als er een schriftelijke wilsverklaring ligt. Die moet zijn opgesteld op het moment dat iemand nog handelingsbekwaam is. Bovendien moet de verklaring wel recent zijn, zegt in de Telegraaf Constance de Vries, voormalig huisarts en consulent euthanasie bij het Expertisecentrum Euthanasie.
Vaststellen
“Als deze jaren oud is, wordt euthanasie lastig,” vertelt ze. Ze adviseert daarom de verklaring ieder jaar opnieuw te bespreken met een arts. Maar er is meer nodig. Ook moeten artsen ondraaglijk en uitzichtloos lijden kunnen vaststellen. Dat valt vaak niet mee. “Mensen die wilsonbekwaam zijn, kunnen daar niet meer over vertellen. Dus dat moet uit hun gedrag blijken.”
Verpleeghuis
Ook verpleeghuizen krijgen steeds vaker de vraag van naasten of euthanasie nog mogelijk is voor hun familielid, vertelt in de Telegraaf Laurie den Braber, specialist ouderengeneeskunde bij de Rotterdamse zorgorganisatie Aafje. Als mensen wilsbekwaam zijn en nog kunnen aangeven dat ze euthanasie willen, kan dit een optie zijn. Zelf heeft ze tot nu toe één keer meegewerkt aan euthanasie.
Terughoudend
Maar bij mensen die wilsonbekwaam zijn, zijn we terughoudend”, zegt Den Braber . “Die verwijzen we liever door naar het expertisecentrum.” Volgens haar komt dat vooral doordat het voor veel specialisten ouderengeneeskunde onduidelijk is hoe ze ondraaglijk lijden moeten vaststellen bij mensen die dat zelf niet meer kunnen aangeven. “En we willen geen problemen achteraf.”