Steeds vaker goed doel in testament

Het aantal Nederlanders dat een goed doel in het testament opneemt, stijgt snel. Logisch dus dat goede doelen mensen willen vragen hen op te nemen in hun nalatenschap. Maar hoe stel je die vraag op een goede manier?

Bijna de helft van de deelnemers aan een lezersonderzoek van het Nederlands Dagblad ervaart de vraag om een goed doel in het testament op te nemen als ongemakkelijk of zelfs opdringerig. Toch is het begrijpelijk dat goede doelen deze vraag willen stellen. Zes op de tien vijftigplussers staan namelijk open voor het idee geld na te laten aan een goed doel, blijkt uit onderzoek van Toegift.nl, een samenwerkingsverband van ruim tachtig goede doelen. Het aantal Nederlanders dat een goed doel in het testament heeft opgenomen, neemt snel toe. In 2024 waren dat er 324.000; in 2023 waren het er 234.000 (90.000 minder).

Gevoelig onderwerp

‘Het is een gevoelig onderwerp, omdat het indirect over de dood gaat’, zegt hoogleraar filantropie Paul Smeets van de Universiteit van Amsterdam, in het Nederlands Dagblad. ‘Het is heel belangrijk om eerst een goede band op te bouwen met de donateur. Als je een langetermijnband met een donateur hebt en die is blij met het werk dat je doet, kun je hem of haar erop wijzen dat het mogelijk is het werk te blijven steunen als hij of zij er niet meer is.’ Dat kun je bijvoorbeeld doen door de optie op de website te benoemen. Donateurs hierover bellen vindt hij niet gepast.

Strenge kwaliteitscriteria

Veel goede doelen staan onder toezicht van het CBF, het keurmerk voor goede doelen in Nederland. Harmienke Kloeze, directeur CBF, zegt in het Nederlands Dagblad:: ‘Wij toetsen of het goede doel zich houdt aan strenge kwaliteitscriteria. Daar horen ook normen bij die gaan over fondsenwerving. Over nalatenschappen is er geen specifieke norm, wel een meer algemene: het werven van middelen mag er niet toe leiden dat het geefvertrouwen en de geefbereidheid van mensen worden geschaad.’