Broze bedoelingen in Rotterdam

Slechts één van de 81 maatregelen uit het beleidsprogramma ‘Rotterdam Ouder en Wijzer’ draagt naar verwachting op lange termijn substantieel bij aan de realisatie van de ambities. Dit en meer concludeert de Rekenkamer Rotterdam in het rapport ‘broze bedoelingen, ex ante onderzoek naar effecten ouderenbeleid’.

Uit het rekenkameronderzoek blijkt dat niet te verwachten is dat de gemeente met het ouderenbeleid haar ambities op lange termijn zal realiseren. “Een eerste reden waarom de ambities volgens de rekenkamer niet zullen worden gerealiseerd is dat meerdere maatregelen onrealistische verwachtingen bevatten. Zo verwacht de gemeente dat ouderen na hun pensionering hun talenten in willen zetten voor de Rotterdamse samenleving, maar veel ouderen willen of kunnen dat helemaal niet.”

Leefwereld

Ten tweede houdt de gemeente volgens de Rekenkamer onvoldoende rekening met de leefwereld van ouderen. “Welzijnsorganisaties die de huisbezoeken uitvoeren moeten een voorgeschreven vragenlijst afnemen, maar de lange en gesloten vragenlijst belemmert het voeren van een goed gesprek.”

Onvoldoende regie

Ten derde voert de gemeente onvoldoende regie over de samenwerking met andere organisaties die bij de uitvoering van het ouderenbeleid betrokken zijn. Zo heeft de gemeente weliswaar met woningcorporaties afgesproken hoeveel woningen er tot en met 2030 gerealiseerd moeten worden, maar heeft zij niet vastgelegd hoeveel van deze woningen voor ouderen bestemd zijn.

Niet gelukt

Ten vierde leert de gemeente onvoldoende van ervaringen met eerder genomen maatregelen. De gemeente heeft bijvoorbeeld vanaf 2003 meerdere keren tevergeefs geprobeerd om zogenoemde ‘woonzorgzones’ of ‘woonservicegebieden’ te creëren. Zij heeft zich echter niet verdiept in de vraag waardoor dit tot nu toe niet is gelukt en welke lessen hieruit geleerd kunnen worden voor de aanpak van de ouderenhubs, een concept dat hiermee vergelijkbaar is.