Verdwaald in het zorgdoolhof
Zijn bejaarde oom werd ouder en hulpbehoevender. NRC-redacteur Jeroen Wester ging voor zijn oom zorg regelen en beschrijft zijn ontmoetingen met het Nederlandse zorgstelsel.
Het hele dossier van oom Cees was bekend, bij de gemeente, bij het CAK, bij de SVB, bij de wijkverpleging. “En toch moest ik alles opnieuw aanvragen alsof mijn oom en ik zojuist op aarde waren geland. Met wederom de overeenkomsten die bewezen dat ik hem mocht vertegenwoordigen. En waarom? Omdat mijn oom een indicatie had gekregen en daardoor per direct in een andere financieringssysteem terecht was gekomen. En ik dacht: mijn oom wordt alleen maar minder zelfredzaam en hulpbehoevender, het geleidelijkst verlopende en meest voorkomende verouderingsproces dat er bestaat.”
Heilige code drieletterige afkortingen
Zomer vorig jaar kreeg Cees een plek in een verpleeghuis, een klein half jaar nadat hij de indicatie kreeg. Hij bloeide op, aldus de NRC-redacteur, de levenslust keerde terug in zijn ogen. “Voor onze familie is de rust onwerkelijk. Voorbij zijn de gesprekken met de ambtenaren van de gemeente, met de huishoudelijke hulp, met de ‘case manager’ van de wijkverpleegkundigenorganisatie, met de loketmedewerkers van de zorgverzekeraar en met alle anonieme vertegenwoordigers van overheidsorganisaties waar de heilige code van drieletterige afkortingen geldt; CAK, WMO, WLZ, SVB, BSN, CIZ, PGB.”
Op veilige plek aangekomen
Cees woont nu in een instelling in een Westfries dorp, met een wandkast zonder stof, schrijft NRC-redacteur Jeroen Wester aan het slot van zijn artikel over de zorg rond zijn oom. “Op zijn gang hangt de huiselijke geur van avondeten. Iedere dag maken verpleegkundigen een warme maaltijd voor hem klaar, in een huiskamer voor een gezelschap van acht bewoners. Als sneeuw is de rust op mijn oom neergedaald. Hij is op een veilige plek aangekomen, er wordt voor hem gezorgd.”