Laat, wie wil, een deel van z’n huis verhuren

Er ligt een gouden kans voor de financiële sector om zijn maatschappelijke betrokkenheid te verzilveren.

Als meer mensen hun woning zouden kunnen delen, zou dat op de woningmarkt een eind kunnen maken aan een handvol van de prangendste problemen van deze tijd. Dat schrijven Piet Eichholtz, Linde Kattenberg en Nils Kok (alle drie verbonden aan het Finance Department van de Universiteit Maastricht) in de Volkskrant.

Ouderen ruimte genoeg

Vier grote problemen van deze tijd komen samen in de woningmarkt: armoede, eenzaamheid, woningnood en klimaatverandering. De cijfers laten zien dat alleenstaanden vaak ruimte genoeg hebben om te verhuren, vooral ouderen. “Om een voorbeeld te geven: alleenstaande 67-plus-huurders in de vrije sector hebben een woning van gemiddeld 99 vierkante meter. In de koopsector is dat zelfs 117 vierkante meter. In beide gevallen is dat groter dan de gemiddelde woning van meerpersoonshuishoudens tussen de 25 en 44 jaar.”

Extra inkomstenbron

Ook in de andere leeftijdscategorieën hebben alleenstaanden relatief grote woningen. “Tegelijk zien we een sterke terugval in het inkomen van alleenstaanden, die rond het 50ste levensjaar inzet, dus een extra inkomstenbron is dan voor veel huishoudens welkom.”

Steuntje in de rug

Een woning delen heeft ook nadelen, schrijven de drie Maastrichtse wetenschappers in de Volkskrant: het betekent minder privacy en meer kans op gezeur. “Dat wil men liever niet, dus hebben mensen een steuntje in de rug nodig om de woning toch te gaan delen. Helaas krijgen ze die steun nu niet vanuit de Nederlandse financiële instellingen, integendeel.”

Overbodige voorzichtigheid

Ongeveer 70 procent van de vastgoedportefeuilles van Nederlandse pensioenfondsen bestaat uit huurwoningen. In de gebruikelijke huurcontracten staat een clausule die het onderverhuren van een deel van de woning verbiedt. Ook de Nederlandse banken hebben heel veel invloed op de woningmarkt, met name via hun hypotheekportefeuilles. Ook daarbij gelden volgens Eichholtz, Kattenberg en  Kok voorzichtigheidsregels die overbodig zijn.