Politieke macht van ouderen
AOW’ers kennen een hoger sociaal minimum dan bijstandsontvangers en minimumloners. Deze ongelijke situatie valt te verklaren door de politieke macht van ouderen.
Dit schrijven Jan Donders en Flip de Kam in een artikel in het economentijdschrift ESB.
Het grijze front
“Het is duidelijk dat het ‘grijze front’ veel beter is georganiseerd, en daardoor in Den Haag veel eerder gehoor vindt dan de verbrokkelde groep van de bijstandsontvangers.” Nederland telt drie grote ouderenorganisaties. De Koepel Gepensioneerden verenigt tachtig organisaties die 160.000 gepensioneerden vertegenwoordigen, en draait landelijk grotendeels met veertig onbetaalde vrijwilligers. De Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen (ANBO) en de gefuseerde Katholieke Bond voor Ouderen (KBO) en Protestants Christelijke Ouderen Bond (PCOB) beschikken over een omvangrijke staf en een aanzienlijk budget .
Media, lobby en beleid
De organisaties manifesteren zich nadrukkelijk in de media en worden gehoord door beleidsmakers, schrijven Donders en De Kam in hun ESB-artikel. Ook blijkt afdoende welke lobbyactiviteiten er in Haagse circuits worden ondernomen. Deze drie organisaties hebben, samen met het kleinere Netwerk van Organisaties van Oudere Migranten (NOOM), bovendien de handen ineengeslagen in de Senioren Coalitie. Bijstandsontvangers ontbreekt het aan vergelijkbare organisaties die in Den Haag vechten voor hun belangen.
Groot gewicht in verkiezingsstrijd
De blijvend diepe kloof tussen het netto sociaal minimum voor ouderen en dat voor jongere huishoudens, lijkt vooral verklaarbaar doordat ouderen bij de verkiezingsstrijd om Kamerzetels een zeven- tot achtmaal zo groot gewicht in de schaal leggen als huishoudens die op een bijstandsuitkering zijn aangewezen.
Gestaalde partijkaders
“Ook klinkt de stem van de ouderen in gestaalde partijkaders luider, als gevolg van het vergrijsde ledenbestand van een aantal partijen die in de afgelopen decennia regeringsverantwoordelijkheid droegen”, aldus Donders en De Kam in hun ESB-artikel. “Ten slotte kan de invloed van ouderenorganisaties, die zich in Den Haag zeer actief tonen, moeilijk worden overschat, terwijl er zelfs maar enigszins vergelijkbare georganiseerde belangenbehartigers voor bijstandsontvangers ontbreken.”