Zó kan het dus ook: wonen in verpleeghuis

Niemand staat te juichen als zijn ouders niet meer zelfstandig kunnen wonen.

Maar als het tóch zover komt en ze ergens anders naar toe moeten, laat het dan deze plek zijn. Dat schrijft  Volkskrant-redacteur Karin Sitalsing in een persoonlijk verhaal over verpleeghuis Van Haarenstaete in het Brabantse Mariaheide.

Zoeken wat wél kan

Dit kleinschalige verpleeghuis heeft bijvoorbeeld twee ‘gespecialiseerd medewerkers welzijn’. Hun baan bestaat feitelijk uit niets anders dan: binnen alles wat niet kan, net dat ene dingetje zoeken dat wél kan. ‘Een ideale situatie’, noemt Alzheimer Nederland hun aanwezigheid. Eigenlijk wil elke zorginstelling zulke mensen in huis. ‘Maar als er bezuinigd moet worden, wordt hierop het eerst beknibbeld.’

Veel overleg met de familie

Amaliazorg, waar Van Haarenstaete onder valt, kiest heel bewust voor de aanstelling van gespecialiseerd medewerkers welzijn. ‘Zij kijken met een helikopterblik naar elke bewoner: wat heeft hij of zij nodig om gelukkiger of tevredener te zijn? Ze kennen iedereen en overleggen veel met de familie.’

Coach onbegrepen gedrag

Ook heeft elke locatie een zogenoemde coach onbegrepen gedrag. ‘Als een bewoner bijvoorbeeld agressief of apathisch gedrag vertoont, analyseren deze coaches wat daaraan voorafging, zodat ervan geleerd kan worden. Daarnaast coachen en trainen ze de medewerkers in het omgaan met dementie.’ Volgens Alzheimer Nederland heeft helaas niet elk verpleeghuis zulke coaches in dienst.

Afstandelijker en zakelijker

“Vrienden en kennissen die mijn moeder bezoeken, vertellen ons dat het er bij hún vader of moeder veel killer aan toegaat, afstandelijker en zakelijker”, schrijft Karin Sitalsing in haar persoonlijke verhaal in de Volkskrant. “Mijn hart bloedt voor al die ouderen en hun naasten. Maar die help ik niet door deze verhalen níét te vertellen. Want die zijn er ook.”