Langer thuis niet altijd beste oplossing

De overheid spreekt mensen meer aan op het nemen van hun eigen verantwoordelijkheid voor het langer thuis wonen op de oude dag. Dat heeft heel verschillende gevolgen, schrijft Kim Putters vandaag in een essay bij zijn afscheid als directeur van het Sociaal Cultureel Planbureau.

Als we de groep 65-plussers in ons land nader bekijken, dan zien we een grote variëteit aan leefsituaties en behoeften, en verschillende mogelijkheden tot zelfredzaamheid, aldus Putters in zijn essay De menselijke staat.

Buiten het systeem

Langer thuis wonen is volgens de vertrekkend SCP-directeur niet voor iedereen of voor langere tijd de beste oplossing. “Ouderen die zich een weg weten te banen door de bureaucratie, en langs de loketten, worden sneller geholpen. Of ze vinden hulp buiten het systeem, als zij die kunnen bekostigen. Met name de armste ouderen, zonder pensioen, zijn daartoe niet in staat.”

Meer onzekerheid

Daar tussen is er een grote groep gepensioneerden voor wie de vraag om overheidshulp sterk afhangt van of het inkomen op peil blijft, de zorgrekeningen betaald kunnen worden en de kinderen nog in de buurt wonen en mantelzorg verlenen.” Dat is steeds vaker onzeker.”

Bovengemiddeld vermogend

Hoewel er een grote variatie is in hoe mensen ouder worden, spreekt de overheid ze volgens Putters allemaal op dezelfde manier aan. Dit gaat uit van het positieve beeld van een bovengemiddeld vermogend mens, die in staat is langer thuis te wonen, zorg te regelen, met mantelzorgers en een sociaal netwerk om zich heen.

Druk aan de keukentafel

“Het gevolg is dat de systemen van de (lokale) overheid, zoals de indicatiestelling voor hulpverlening, of de voortdurende druk aan de keukentafel rond de vraag wat iemand zelf kan regelen, niet altijd aansluiten bij de situatie van mensen.”  Regelmatig blijkt volgens Putters het beroep dat iemand kan of wil doen op zijn of haar sociale netwerk kleiner dan de overheid hoopte, waardoor besparingen uitblijven of mensen verstoken blijven van hulp.