Politieke confrontatie rond AOW

In het eerste debat mag kabinet meteen uitleggen waarom de AOW niet omhooggaat

Het nieuwe kabinet stevent vandaag en morgen in het debat over de regeringsverklaring af op een harde confrontatie met de oppositie over de hoogte van de AOW, schrijft de Volkskrant.

Het kabinet wil de ouderenuitkering niet extra verhogen, zoals dat wel gebeurt met het minimumloon. De toon in het protest tegen deze voorstellen is gezet door 50Plus-senator Martin van Rooijen. Die keert zich sinds de publicatie van het regeerakkoord fel tegen de ontkoppeling van de AOW en het minimumloon. Zijn stelling is dat een statushouder die bijstand krijgt, straks meer ontvangt dan een oudere met AOW. De bijstand blijft volgens het regeerakkoord wel gekoppeld aan het minimumloon. De campagne van Van Rooijen won vaart door steun van ouderenorganisaties. Zo schreven de ‘seniorennetwerken’ van CDA, VVD en D66 een brief aan de fracties van hun partijen om de AOW wel te koppelen aan het minimumloon. Oppositiepartijen van links tot rechts, van SP tot PVV, volgen Van Rooijen.

Armzalige oppositie

Enkel uitdelen en weinig terugeisen moet wel leiden tot protest van de groepen die niet meedelen, schrijft Volkskrant-columnist Sheila Sitalsing. “De AOW’ers waren er snel bij. Niet om schande te spreken van geldsmijterij, maar om ‘ik wil óók’ te brullen. Het is het enige punt waar de hele oppositie het over eens is. Dat is begrijpelijk – het is simpel en je maakt je er populair mee – maar ook armzalig.”

Hoger pensioen met nieuw stelsel

Intussen meldt het AD dat het nieuwe pensioenstelsel doet wat het belooft. De kans op hogere pensioenen is veel groter dan het risico van een lager pensioen. Dat blijkt uit berekeningen gemaakt door pensioendenktank Netspar. “De belofte kan worden waargemaakt”, zegt Theo Nijman, hoogleraar aan Tilburg University en een van de opstellers van het rapport. “Fondsen hebben veel ruimte om het nieuwe contract in te vullen. Bij de doorgerekende variant is de kans 50 procent dat het pensioen met meer dan 1 procent stijgt in enig jaar. De kans dat het daalt met meer dan 1 procent is 20 procent.”