Woongroepen in opkomst
Steeds meer senioren nemen zélf het heft in handen als het om hun toekomst gaat. Zij kiezen voor een woongemeenschap. Belangenvereniging LVGO noemt deze woonvorm in de Telegraaf zelfs ’booming’.
Bij de Landelijke Vereniging Gemeenschappelijk Wonen 50plus (LVGO) zijn meer dan 200 woongemeenschappen aangesloten en dat worden er in snel tempo elk jaar meer, zegt voorzitter Gabriëlle Verbeek. “Steeds meer 55-plussers willen zelf hun woontoekomst in handen nemen en eenzaamheid voorkomen. Dit is een fijne manier om samen goed oud te worden. Je leeft volstrekt zelfstandig in een sociale omgeving en je wordt bovendien geprikkeld om zaken te ondernemen.”
Eigen uitstraling
“Het is iets tussen goede buren en goede vrienden in. Elke groep heeft ook een eigen uitstraling. In de groep in Den Bosch hechten ze aan cultuur en samen uitgaan, in Amsterdam ligt het zwaartepunt op duurzaamheid en in Amersfoort op de groene omgeving.”
Vele woonvormen
Woongemeenschappen zijn volgens de Telegraaf slechts een van de vele vormen tussen compleet zelfstandig wonen aan de ene kant en de zorginstelling aan de andere kant. Het spectrum is breed: serviceflats, aanleunwoningen en mantelzorgwoningen zijn gerenommeerd, ’gestippeld wonen’ en harmonica-wonen (woongroepen waarbij de leden verspreid over een complex wonen) wat minder.
Knarrenhof
Heel bekend is het fenomeen Knarrenhof, eigenlijk het oude hofje in een nieuw en modern jasje. Senioren hebben heel andere wensen dan de meeste projectontwikkelaars veronderstellen, aldus initiatiefnemer Peter Prak. “Er wordt altijd maar gedacht dat ouderen in een appartementje willen zitten. Terwijl ze over het algemeen inderdaad graag gelijkvloers wonen, maar het liefst met een kleine tuin én een verdieping met ruimte voor opslag en een logeerkamer voor de kinderen of kleinkinderen.”
Kleine seniorendorpjes
De groeiende belangstelling voor woongemeenschappen en Knarrenhofjes verklaart Prak uit de behoefte aan een sociale omgeving met gelijkgestemden. „Wat heb je er als oudere aan om tussen gezinnen te wonen? Die mensen zijn de hele dag aan het werk. Liever woon je tussen leeftijdgenoten die ook de tijd aan zichzelf hebben, kleine seniorendorpjes.”