Polyfarmacie is maatwerk
Veroudering gaat gepaard met veranderingen. De gezondheid wisselt regelmatig en fysiologische parameters, zoals nierfunctie, spiermassa en spierkracht, nemen af.
Door multimorbiditeit en polyfarmacie neemt het risico op bijwerkingen toe. Dit alles maakt dat de balans tussen effectiviteit en veiligheid van medicijnen steeds verandert, aldus een leerartikel voor artsen in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.
Wie is verantwoordelijk?
Ook ontstaan meer organisatorische problemen. Vaak zijn er meerdere voorschrijvers, wat leidt tot vragen over wie verantwoordelijk is voor medicatieaanpassingen. Door een verminderde cognitie van de patiënt of een toegenomen complexiteit van de behandeling kan de therapietrouw afnemen. De aanpak van polyfarmacie bij ouderen vraagt dan ook om specifieke kennis, systematiek en een goede samenwerking tussen de 1e en 2e lijn en tussen artsen en apothekers.
Goed samenwerken
De aanpak van polyfarmacie bij ouderen is volgens het NTvG-leerartikel complex. Ze vereist niet alleen kennis van de farmacologische effecten van geneesmiddelen, maar ook een goede samenwerking tussen de patiënt, voorschrijvers en apothekers in meerdere settingen, mantelzorgers en eventueel thuiszorg- of verpleeghuismedewerkers. Er zijn dan ook veel richtlijnen, hulpmiddelen en websites op het gebied van polyfarmacie.
Geen harde geboden
Zo bieden de richtlijn ‘Polyfarmacie bij ouderen’, de daaraan gerelateerde modules en kennisdocumenten en de geneesmiddelenrapporten van het Expertisecentrum Pharmacotherapie bij Ouderen handvatten voor om polyfarmacie aan te pakken. “Rationele farmacotherapie bij ouderen met polyfarmacie is maatwerk, gebaseerd op de hulpvraag van de patiënt. Daarbij passen geen harde geboden of verboden, maar worden telkens de voor- en nadelen van medicijnen tegen elkaar afgewogen in het licht van het functioneren van de patiënt en zijn of haar toekomstverwachtingen.”
Betere farmacotherapie
Eerste auteur van het NTvG-leerartikel is Rob van Marum, klinisch geriater en klinisch farmacoloog in het Jeroen Bosch Ziekenhuis en bijzonder hoogleraar Farmacotherapie bij ouderen aan het Amsterdam UMC. Gevraagd naar persoonlijke ambities zegt hij in het NTvG: ‘Ik wil bij mijn pensioen kunnen zeggen dat ik in Nederland iets heb kunnen bijdragen aan betere farmacotherapie voor ouderen.’