65 is het nieuwe 50

“Vroeger was je met 65 jaar oud en versleten”, zegt David van Bodegom, bijzonder hoogleraar Vitaliteit bij Kennisinstituut Leyden Academy, in de Telegraaf naar aanleiding van het RIVM-rapport Volksgezondheid Toekomst  Verkenning.  “Maar tegenwoordig is dat niet meer zo.” Eigenlijk, stelt hij, is 65 het nieuwe 50. Omdat de levensverwachting steeds meer toeneemt en de zorg steeds beter wordt, slagen we erin vaker tot op hoge leeftijd actief te blijven.

Van Bodegom vertelt in de Telegraaf ook de voorbeelden te kennen van de mensen die, zodra ze met pensioen zijn, met de camper willen gaan reizen. Maar dat gaat uiteindelijk vaak vervelen, zegt hij. Hun vakantiegevoel ebt na een paar maanden weg. “Veel mensen komen weer terug en willen dan iets doen voor een ander.”

Iets kunnen betekenen

Van alle vrijwilligers die zich nu inzetten voor een ander is de groep 65-plussers veruit het grootst, stelt Laila Ait Baali, directeur van de Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk, in de Telegraaf. “Gepensioneerden hebben natuurlijk ook meer vrije tijd dan de mensen die nog werken.” Daarbij komt volgens haar dat zij vaker op zoek zijn naar een manier nog iets te kunnen betekenen.

Geen beroepskrachten vervangen

Ait Baali is blij dat het RIVM de groep jonge ouderen een grote rol toebedeelt in de toekomst. Maar het kan nooit de bedoeling zijn, zegt ze, dat vrijwilligers en mantelzorgers professionele krachten gaan vervangen in de zorg. “Daar zijn ze niet voor”, zegt ze. “Als ze taken opgelegd krijgen waar iemand anders voor betaald zou krijgen, voelt dat niet goed en haken ze af.”