Mensen met dementie betrekken bij innovatie

Wie ontwerpt voor mensen met dementie, moet die doelgroep op creatieve manieren bevragen. Promovendus Sandra Suijkerbuijk vertelt over haar ervaringen in NRC.

Een persoon met dementie kan weleens verdwalen. Met wat voor technologie is zo iemand het meest geholpen: een gps-sensor waarmee hij of zij gelokaliseerd kan worden, of een navigatietool die de weg naar huis duidelijk weergeeft? “Het maakt veel uit met wie je praat tijdens het ontwikkelen van nieuwe technologie”, zegt Sandra Suijkerbuijk in NRC. “Nu zijn voor dit probleem vooral gps-sensoren te koop. Die zijn logisch vanuit het gezichtspunt van een mantelzorger, die het eng vindt als een naaste met dementie onvindbaar is. Maar zou je die persoon zelf hierover bevragen, dan hoor je vermoedelijk een voorkeur voor een navigatietool. Zelfstandigheid behouden waar het kan is voor iedereen een belangrijke waarde.”

Minder gestructureerd

Maar ja, hoe betrek je mensen met dementie bij een innovatieproces? Een vloeiend gesprek is niet altijd mogelijk, abstracte zaken zijn voor hen vaak moeilijk voor te stellen, en morgen is de situatie misschien weer heel anders dan vandaag. Toch kan het, laat Suijkerbuijk zien in het proefschrift waarop ze promoveerde aan de Technische Universiteit Eindhoven. Het ziet er alleen minder gestructureerd uit dan ontwerpers en onderzoekers gewend zijn.

Warme technologie

‘Warme technologie’ kan het leven lichter, socialer en rijker maken en focust niet per se op wat er allemaal niet meer kan. “Om mensen te helpen hun eigen eten te bereiden kun je een vereenvoudigde magnetron voor ze maken, dat is een voorbeeld van inspiratieloze technologie”, zegt Suijkerbuijk in NRC. “Het werkt wel, maar je kunt ook, zoals studenten bedachten, een applicatie verzinnen met ‘dementievriendelijke recepten’, zodat ze langer vertrouwen houden dat ze kunnen doen wat ze eerder graag deden: koken. Hoe warmer de technologie, hoe meer je de doelgroep actief moet betrekken.”