In de zorg zijn we te lief voor elkaar
Schurende gesprekken zouden de zorg goed doen, denkt Sjaak Wijma, die deze week afscheid neemt als bestuurder van het Zorginstituut. Dat instituut bepaalt welke zorg in Nederland vergoed wordt. ‘Anders rijden we op een muur af’, zegt Wijma in de Volkskrant.
Belichtend hoe het anders kan verwijst Wijma in de Volkskrant naar UMCG Groningen. Daar krijgen oudere patiënten met darmkanker eerst een gesprek met de oncoloog die alle behandelopties uitlegt. Daarna komt er een verpleegkundig specialist thuis langs. Die neemt met de patiënten alle opties door en maakt samen met hen de keuze. 30 procent van de patiënten kiest ervoor om geen ingreep te ondergaan. “Wat blijkt: die patiënten hebben een hogere kwaliteit van leven, en hun familie ook. En het meest opmerkelijke: ze leven niet significant korter.”
Vrijheid van handelen
Waarom zegt het Zorginstituut dan niet: chemo’s alleen vergoeden als er eerst zo’n gesprek met een verpleegkundig specialist is geweest? Wijma: “Het is onze taak om een ingreep mogelijk te maken, maar we bepalen niet bij welke patiënt. Dat is aan de individuele dokter en aan de individuele patiënt. Ik ben een groot voorstander van die vrijheid van handelen.”
Eén maand levensverlenging
Over de prijzen van kankermedicijnen zegt de vertrekkend voorzitter van het Zorginstituut in de Volkskrant onder meer: “Voor uitgezaaide kanker hebben we tien jaar lang geneesmiddelen toegelaten, voor bij elkaar ruim 260 miljoen euro en we zien nu dat ze in totaal gemiddeld één maand levensverlenging geven. Hadden we dat resultaat vooraf geweten, dan hadden we ze voor de huidige prijzen nooit toegelaten tot het basispakket. Er moet veel meer onderzoek komen naar de vraag of kankermedicijnen echt doen wat de farmaceuten beloven.’