Kunst als zorg

Kunst, zegt de kersverse hoogleraar kunst en zorg Tineke Abma in een reportage in de Volkskrant, heeft de kracht om de kwaliteit van leven voor patiënten te verbeteren. Het is het snijvlak van kunst en zorg dat Abma razend interessant vindt. Sinds deze maand is ze de eerste hoogleraar kunst en zorg in Nederland. Het is een nieuw vakgebied, zegt Abma, en haar nieuwe baan aan de Erasmus Universiteit biedt haar de mogelijkheid om voor eens en altijd wetenschappelijk vast te stellen dat patiënten baat hebben bij kunst.

Opgeleefd

Want dát dat zo is, daar heeft ze geen enkele twijfel over, aldus de Volkskrant.  Neem nu haar eigen vader. Twee jaar geleden kreeg hij de diagnose dementie. Abma zag haar vader steeds kleiner worden, zich terugtrekken in een isolement waarin hij niet eens meer koffie kan zetten. Totdat een oom van Abma zei: ik zit in een zeemanskoor, ga een keertje mee. ‘Mijn vader leeft helemaal op, je ziet hem bijna letterlijk groter worden. Een schriel mannetje dat wordt opgetild door die forse mannen met hun stevige stemmen. De ervaring, het plezier, de kameraadschap, hij komt elke week in opperbeste stemming terug.’

Helende kracht

De grootste meerwaarde van kunst, zegt Abma, ligt in de langdurige zorg – in de ouderenzorg, de gehandicaptenzorg, de ggz- bij de mensen die hun leven lang met hun ziekte zullen moeten leren omgaan. Kunst is een helende kracht, denkt Abma, maar op een fundamenteel andere manier dan bijvoorbeeld een medicijn.

Effect op complexe manier

De werking van kunst, zegt Abma inde Volkskrant, is veel ingewikkelder. ‘Als je bij de fysio je arm omhoog doet, is er geen verbinding met jouw verlangens. Het is functioneel. Maar als je je emoties uit door te dansen, dan komt er ook in jou iets in beweging. Dat is een groot verschil.’ De kracht van kunst, vindt Abma daarom, zit ‘m juist in de complexe manier waarop het effect heeft. ‘Kunst werkt in op het brein, op lichamelijke processen, op de psyche, op socialiteit, op de mensen om je heen, op alles tegelijk.’