Worstelen met het web
Toeslagen aanvragen, bankieren, medicijngebruik bijhouden: het kan en móet soms allemaal online. Senioren wagen zich steeds vaker op de digitale snelweg, maar het surfen en zakendoen gaat niet altijd van harte, aldus een reportage in de Telegraaf.
Senioren zijn zeer digitaal vaardig, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het aantal internettende senioren is al jaren stijgende, bleek ook uit een recent onderzoek van ouderenbond ANBO-PCOB. Maar uit die peiling kwam ook naar voren dat zeven op de tien 65-plussers moeite hebben met het grote aantal wachtwoorden dat ze moeten kennen. Bijna 30 procent is weleens slachtoffer geweest van online fraude. Uit een enquête van SeniorWeb bleek dat zeven op de tien bang zijn om op het internet te worden opgelicht.
Digitaal Samenleven
Op het gebied van ouderen en internet is nog een wereld te winnen, constateert de Telegraaf. Dat iedereen meekomt in de digitale samenleving is een van de speerpunten van de Alliantie Digitaal Samenleven, een samenwerkingsverband van onder andere Beeld & Geluid, het ministerie van Binnenlandse Zaken, bibliotheken, diverse gemeenten en Vodafone Ziggo. “Senioren kunnen er heel veel aan hebben, omdat zij regelmatig eenzaam zijn”, zegt de Alliantie. Het zou erg jammer zijn als zij geen gebruik maken van alle communicatiemogelijkheden.”
Informatiepunten
Er zijn schrijnende gevallen van digibeten die in de problemen komen. De Alliantie Digitaal Samenleven vindt dat je altijd om hulp moet kunnen vragen, bij een loket of telefonisch. Voor senioren die er niet uitkomen, is er heel wat hulp voorhanden. Inmiddels telt ons land zo’n 600 Informatiepunten Digitale Overheid (vaak in de bibliotheek). Veel gemeenten organiseren internetcursussen, het Oranje Fonds biedt ‘digimaatjes’ en ook banken ondernemen van alles.
Wat je er allemaal mee kan
Ouderen lijken volgens de Telegraaf de weg naar hulp goed te kunnen vinden. Zij komen bijvoorbeeld bij SeniorWeb terecht, een organisatie met ruim 150.000 leden en 3000 vrijwilligers. “Toen de iPad kwam dachten we: we kunnen wel opdoeken, maar dat blijkt anders te zijn. De vragen gaan nu over wat je er allemaal mee kan.”